Al 41 jaar woont Wim op Hernesseroord in Middelharnis en al 25 jaar is Hennie Eekman begeleidster op zijn groep. De twee kennen elkaar dus maar al te goed. Tijd om uit te waaien en het levensverhaal van Wim te horen. Wims jongste broer Ari helpt hem daarbij.
Veranderingen moeilijk verwerken
“Kom je zo naar mijn kamer?” Wims gezicht met de kenmerkende ietwat ondeugende glimlach steekt voorzichtig om de hoek van de kamer waar zijn broer Ari en zijn persoonlijk begeleidster Hennie Eekman nog even napraten. De glimlach is weer terug op zijn gezicht. Een half uur daarvoor keek hij nog zorgelijk. De komst van een fotograaf en een journalist brachten hem uit zijn ritme. Het is donderdag, de schoonmaakster is geweest, dus gaat hij bij thuiskomst het liefst meteen naar zijn kamer om zijn spullen weer van zijn bed af te halen. Nu dat eenmaal is gebeurd, is hij opgelucht. Wims autisme zorgt ervoor dat hij veranderingen moeilijker verwerkt. Misschien is het juist daarom wel zo fijn dat hij al 41 jaar op Hernesseroord in Middelharnis woont én dat hij al 25 jaar Hennie Eekman als begeleidster op de groep heeft.
Eigen ritme
Wim maakte de nieuwbouw van Hernesseroord mee, zag bewoners komen en gaan, maar hield al die tijd zoveel mogelijk zijn eigen ritme. “Overdag ga ik naar ’t Want voor de dagbesteding”, vertelt Wim. “Met de papierversnipperaar, maar die is nu kapot.” Het brengt Wim even van zijn stuk, maar met hulp van Hennie en Ari herpakt hij zich. “Op dinsdag heb ik gym om half drie en ik ga iedere avond op de hometrainer.” Waarom hij dat doet? Er komt een glimlach op Wims gezicht en hij wrijft veelzeggend over zijn buik.
Vast programma
Zijn programma staat redelijk vast: om de veertien dagen bowlen en elke woensdag paardrijden. In het weekend maakt hij steevast een rondje op de fiets. Om er even uit te zijn, om zijn hoofd leeg te maken en om een activiteit te hebben, want de weekenden zijn meestal rustig. Tenzij Wim een uitje naar zijn broer heeft geregeld. “Dan belt hij me op en zegt: ‘Ik ben al lang niet meer in Oud Gastel geweest.’”, zegt Ari. “Hier thuis heeft hij inmiddels ook zijn eigen ding. Meestal gaat hij even naar het dorp voor zijn boodschappen.”
Verzamelingen op zolder
Wim is de oudste thuis. Met zijn twee broers en zijn zus groeide hij op op de boerderij van zijn ouders in Oud Gastel. Een plek waar hij het prima naar zijn zin had. “Als hij thuiskwam, pakte hij zijn karretje en ging hij spullen verzamelen in het dorp”, vertelt Ari. “Mijn ouders waren op dat moment bezig met het bouwen van een nieuwe boerderij, dus had hij op de zolder van de oude boerderij alle ruimte voor zijn verzamelingen. Dat ging goed, tot op een dag de werklui kwamen om de boerderij te slopen. Wim kwam terug uit school, zag die mannen in zijn boerderij en stormde naar zijn verzameling op zolder. De werklui wisten niet hoe snel ze zich uit de voeten moesten maken.”
Wat een verschil
Wim woonde thuis tot zijn achttiende. “Misschien had dat langer gekund, als we hadden geweten hoe we hem moesten voorbereiden op veranderingen. De dag nadat Wim achttien was geworden, moest hij namelijk naar de sociale werkplaats. Maar Wim stond die ochtend gewoon weer klaar met zijn schooltas om naar school te gaan. Toen hij ontdekte dat school voorbij was, werd hij zo boos dat hij mijn vader aanvloog.” ‘Hij moet naar Vught’, was het oordeel, wat in die tijd in Brabant synoniem stond voor het ‘gekkenhuis’. Gelukkig liep het anders. “Mijn ouders zouden het ook sowieso nooit toelaten, hun zoon in een gekkenhuis. Uiteindelijk woonde Wim acht jaar in de psychiatrische instelling Vredenrust in Brabant. Wat was dat een verschil met nu”, weet Ari. “Daar sliep hij op een zaal en als je op bezoek kwam, werd je in een apart kamertje gezet. Je kreeg nooit te zien waar hij precies woonde. Dat ging zo in die tijd.”
Goed aangepakt
De zorg van 2017 is in niets meer te vergelijken met die jaren. Trots laat Wim zijn opgeruimde kamer zien met een grote kastenwand. Verzamelen vindt hij nog steeds leuk. Omdat er nu wat minder ruimte is dan vroeger in de boerderij, helpt Hennie hem af en toe met opruimen. “Ik vind het knap hoe ze dat hier doen”, zegt Ari. “Aan de ene kant gun ik Wim zijn verzamelingen, maar aan de andere kant kennen ze mijn broer wel goed genoeg om hem zonder stress spullen te laten opruimen. Zeker toen hij moest verhuizen naar een andere woning zag ik daar tegenop. Dat hebben ze hier echt goed aangepakt door Wim ruim van tevoren voor te bereiden op de verhuizing.”
Contact met familie
25 jaar geleden kwam Hennie bij Wim op de groep; tien jaar geleden werd ze zijn persoonlijk begeleidster. De twee kennen elkaar dus maar al te goed. “Wim kent zijn eigen dagprogramma. Hij gaat zijn eigen gang en als er iets is, komt hij wel”, zegt Hennie. Ook met de familie hield ze veel
contact. “Ari woont in de buurt en is Wims bewindvoerder. We zien elkaar dus vaak. Zijn zus woont in Groningen en zijn andere broer in Amerika. Daarom belden we regelmatig. Daar is nu geen tijd meer voor. Je kunt zeggen: tijd is voor de cliënten, maar ik vind contact met de families ook belangrijk. Wat er in de familie speelt heeft ook weer invloed op de cliënt.”
Met pensioen
Bij zowel Ari als Hennie is er wel een zorg: Hennie gaat binnenkort met pensioen. Ze heeft Wim er al op voorbereid, maar de grootste zorg is dat er nog geen opvolger is als persoonlijk begeleider. “Het moet iemand zijn die een klik heeft met Wim”, zegt Ari. “Ik ben geneigd om te zeggen dat de begeleider niet te jong moet zijn, want niemand van 67 jaar vindt het leuk als iemand van twintig je vertelt wat je moet doen, maar aan de andere kant lopen hier ook jonge mensen rond die goed aanvoelen hoe ze met Wim moeten omgaan. Ik hoop dat er straks dus weer een goede begeleider voor hem is.”