Michael is een vrolijke man, geboren op 11 november 1968, een Feyenoord fan in hart en nieren. Hij woont zelfstandig in Spijkenisse en komt twee keer per week bij DoorgaanZ, een activiteitencentrum van Zuidwester dat zich richt op mensen met niet aangeboren hersenletsel. Op die locatie wilde Michael zijn levensverhaal met ons delen. Een heftig verhaal, want ook Michael heeft niet aangeboren hersenletsel.
Ander leven
Voor 2 mei 1993 zag Michael zijn leven er heel anders uit. Hij had een jeugd als elk ander Rotterdams jochie, zo vertelt hij. Hij is christelijk opgevoed door zijn liefhebbende vader en moeder Reedijk. Hij was een sportieve jongen, hij bokste fanatiek en voetbalde zelfs bij de Feyenoord jeugd. Hij deed de havenvakschool en had aansluitend een echt Rotterdams baantje in de haven. “Containers voldouwen met een vorkheftruukie. Daarom kan ik nu ook zo goed overweg met mijn rolstoel”, lacht Michael. Op zijn twintigste trok hij samen met een maat naar de Verenigde Staten en werd er kassenbouwer. Een supertijd vond hij dat. “Daar ben ik gevormd, letterlijk en figuurlijk. Toen ik na drie maanden voor het eerst thuiskwam, herkende mijn moeder me bijna niet meer.”
Het noodlot
Na drie jaar hield het Amerikaanse avontuur abrupt op. Hij kan er nu zonder moeite over vertellen. Eerst kwam er na een aantal jaar een eind aan zijn verkering. Op 2 mei 1993 sloeg het noodlot pas echt keihard toe. Wat er precies gebeurd is, heeft hij ook maar van horen zeggen, want op zijn ‘harde schijf’ missen sinds die dag een paar jaar. “Ik ging even een boodschap doen. Misschien ben ik even te roekeloos geweest, maar mijn wagen raakte een stoeprand en toen vloog ik over de kop. Ze hebben me uit het wrak moeten zagen.” De gevolgen waren rampzalig. Michael, toen net 24 jaar, liep naast botbreuken een hersentrauma op en lag drie maanden in coma. “In die periode hebben ze me niet doorbewogen, dat was te gevaarlijk. Mijn lichaam kon dat niet aan. Daardoor kan ik nu nog altijd mijn knieën niet buigen en mijn linkerarm niet strekken.” Een lange en intensieve revalidatie volgde. Michael moest alles, maar ook echt alles opnieuw leren en dan ook nog met één hand. Hij verbleef elf maanden in een revalidatiecentrum.
Afgekeurd
Na het revalideren kreeg Michael een Fokus woning in Spijkenisse. Dit is een woning waar je zelfstandig kunt wonen, maar wel 24 uur per dag hulp kunt inschakelen als dat nodig is. Michael: “Ik verzette me tegen alles. Ik wilde overal tegenaan schoppen en het uitschreeuwen. Thuis moest ik vooral leren om rustig te worden en leren om te gaan met het feit dat ik invalide was geworden. Ik wilde al snel opnieuw naar school, zodat ik weer kon gaan werken. Ik ging naar een school voor arbeidsongeschikte mensen en volgde een re-integratie traject. Nadat ik daar een week intern had gezeten, werd mij verteld dat het leren geen zin had. De docent vertelde dat ik sterk ben en heel goed ben uitgerust om ‘tegen de stroom in te roeien’, maar dat het geen zin had om te gaan leren, omdat mijn hersens het simpelweg niet meer opslaan. Ik werd afgekeurd en er werd mij verteld dat een beschermde werkplek in mijn geval beter zou passen.”
DoorgaanZ
Het zelfstandig wonen ging Michael in het begin moeilijk af. “Achteraf gezien was de stap van elf maanden revalidatiecentrum naar zelfstandig wonen veel te groot”, legt Michael uit. “Ik zat een paar jaar thuis en deed vrij weinig. Ik lag vooral veel op bed. In 2000 wilde ik toch graag wat nuttigs gaan doen.” Hij ging naar ‘Over de Brug’, een activiteitencentrum voor cliënten met niet aangeboren hersenletsel van Gemiva. In het begin ging Michael daar vooral heen om wat meer structuur te krijgen in zijn dagelijks leven, maar hij kwam er ook om met lotgenoten te praten. Op 4 januari 2015 nam Zuidwester het activiteitencentrum over en sindsdien heet het DoorgaanZ. Alle cliënten die wilden blijven, konden blijven. Zo ook Michael.
Fijne plek om te werken
Petra Vermeulen (54) werkt bij DoorgaanZ als medewerker dagbesteding. In die functie is ze persoonlijk begeleider van onder andere Michael. Petra werkt al sinds 1982 bij Zuidwester. Toen haar baan bij het Leercentrum ophield te bestaan, is ze bij DoorgaanZ gaan werken. “In het begin was het wel moeilijk, ik miste mijn oude werkzaamheden bij het opleidingscentrum waar ik met plezier had gewerkt. Ik ging weer werken met cliënten, op een voor Zuidwester nieuwe locatie met een nieuwe doelgroep en dat voelde als een sprong in het diepe. Je kunt deze doelgroep niet vergelijken met cliënten met een aangeboren verstandelijke beperking. Dit is wat jezelf nu kan overkomen. De levensverhalen die je hoort van mensen, de breuk in de levenslijn die alle mensen met niet aangeboren hersenletsel oplopen, dat maakt de omgang met elkaar soms behoorlijk heftig. Maar ik vond het werk al snel interessant en ontwikkelde andere kanten van mijzelf. Achteraf gezien ben ik blij dat het zo gelopen is. Het werk is ontzettend leuk en DoorgaanZ is een fijne plek om te werken.”
Ik voel me er thuis
“De meeste cliënten die naar DoorgaanZ komen, wonen zelfstandig”, legt Petra uit. “Per dag begeleiden we ongeveer 20 tot 24 cliënten. Bij de meeste cliënten is een hersenbloeding- of infarct, Multiple Sclerose (MS), Parkinson, drugsverslaving of een ongeluk, zoals bij Michael het geval is, de oorzaak van niet aangeboren hersenletsel. “Ik kom twee dagen in de week bij DoorgaanZ”, vertelt Michael. “Ik lees de krant, de tv-gids en plan de tv-programma’s en films die ik wil bekijken. Petra helpt mij met computeren en het controleren van mijn post. Elke donderdag ga ik zwemmen. Ik vind het heel fijn dat DoorgaanZ bestaat en dat het bij mij om de hoek zit. Ik voel me er thuis. Vanuit hier zet ik dingen op en kijk ik wat ik allemaal wil gaan doen. Zo werk ik ook als ervaringsdeskundige voor Stichting MEE en heb ook voor de leerlingen van Zuidwester en Zadkine mijn verhaal kunnen vertellen.”
Met zorg en respect
Petra gaat verder: “Wij proberen de mensen bij DoorgaanZ vooral een veilige haven te bieden, waar ze zichzelf kunnen zijn, fouten mogen maken en in contact kunnen komen met lotgenoten. Door regelmaat te bieden, vaste tijden van koffie- en theedrinken, lunchpauze, activiteiten, zoals de kookgroep, crea, gespreksgroep en yoga, ervaren cliënten plezier en houvast. We laten iedereen in zijn of haar waarde en kijken met zorg en respect naar elkaar. Mensen met niet aangeboren hersenletsel en omgeving leven met een continu verlies! Het verlies gaat niet over en je hebt er elke dag mee te maken. Daar willen we ons bewust van blijven. Als team zijn we zeer gemotiveerd en gedreven om het beste uit onszelf te halen. En met de inzet van vrijwilligers kunnen we op sommige dagen net iets meer bieden dan zonder hun hulp.”